Klimaatverandering wordt veroorzaakt door het broeikaseffect. Broeikasgassen laten gemakkelijk zonlicht door, maar zijn niet erg doorlaatbaar voor infraroodstralen (warmte) die op de aarde weerkaatsen en in de ruimte worden gestuurd. De hierdoor vastgehouden warmte leidt tot het broeikaseffect. In de atmosfeer zijn er van nature verschillende broeikasgassen aanwezig. Het zogenaamde natuurlijke broeikaseffect zorgt ervoor dat de gemiddelde temperatuur op aarde relatief gematigd blijft, waardoor leven op aarde mogelijk is. Wanneer echter door de mens veroorzaakte broeikasgassen aan de atmosfeer worden toegevoegd, neemt het broeikaseffect toe en wordt de aarde warmer dan ze van nature is. Deze man-made klimaatopwarming wordt voornamelijk veroorzaakt door het menselijke gebruik van fossiele brandstoffen zoals steenkool, olie, gas en bruinkool. De mens verbrandt deze fossiele brandstoffen omdat ze energie vrijmaken, maar bij die verbranding komen als restproduct ook broeikasgassen vrij.
In 2018 wijdde het Klimaatpanel van de Verenigde Naties een speciaal rapport aan de gevolgen van een opwarming van meer dan 1,5 °C ten opzichte van het pre-industriële niveau. Daaruit blijkt dat alle gevaren boven die drempel intensiever én frequenter worden. Denk daarbij aan hittegolven, overstromingen, droogte, toename van tropische ziektedragers, stijging van de zeespiegel en andere vormen van ecologische schade en menselijk leed. Ook het risico op tipping points neemt sterk toe bij een opwarming van meer dan 1,5°C (zie volgende FAQ voor meer uitleg over tipping points). We hebben er dus alle belang bij om een dergelijke opwarming te vermijden. Als we de koers aanhouden waar we vandaag opzitten (het Business As Usual-scenario), dan lopen we het risico op een opwarming van 3,6°C of meer in 2100. Dat maakt het leven op aarde in het beste geval moeilijker, en in veel gebieden onmogelijk.
Ons klimaat wordt min of meer stabiel gehouden door een aantal natuurlijke systemen, zoals het Amazonewoud, de moesson en de permafrost. Door de huidige opwarming dreigen deze stabilisatoren zelf uit evenwicht gebracht te worden, wat onomkeerbare gevolgen kan hebben. Zo zit er onder de permafrost bijvoorbeeld een enorme hoeveelheid broeikasgassen die plots vrij kan komen zodra deze ontdooit. Dit dreigt zogenaamde runaway climate change te veroorzaken: een opwarming die we niet langer kunnen intomen.
Net als alle andere landen moet België zijn deel van de verantwoordelijkheid opnemen om een gevaarlijke klimaatopwarming van meer dan 1,5°C te vermijden. Daarvoor moet ons land op bevel van de rechters de broeikasgasuitstoot met 55% reduceren tegen 2030. Onze politici weten al vele jaren perfect wat er moet gebeuren, maar ondernemen onvoldoende klimaatactie. Daarom spande Klimaatzaak deze rechtszaak aan. Bindende reductiedoelstellingen blijken de enige hefboom te zijn die ervoor kan zorgen dat België verplicht wordt zijn deel van de verantwoordelijkheid op te nemen om te voorkomen dat de klimaatcrisis verder ontspoort.
Er bestaat een lineair verband tussen de opwarming van de aarde en de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer. Dat is handig want zo kunnen wetenschappers berekenen hoeveel "uitstootbudget" we nog hebben om onder de afgesproken gevaargrens van 1,5°C opwarming te blijven. Zo weten we dat we onze CO2-uitstoot wereldwijd met 45% moeten verminderen tegen 2030 (tov referentiejaar 1990), en in 2050 een netto nuluitstoot moeten bereiken. Omdat we dat budget niet mondiaal kunnen beheren, moet het omgerekend worden naar nationale doelstellingen. Westerse landen hebben de grootste verantwoordelijkheid in het veroorzaken van de klimaatcrisis en hebben ook de meeste middelen om bij te dragen aan de oplossingen. Daarom werd afgesproken dat zij het voortouw moeten nemen in de oplossing ervan. Op vraag van Klimaatzaak verplichtten de rechters van het Hof van Beroep België om zijn uitstoot te verminderen met 55% tegen 2030 (tov referentiejaar 1990). Om de scheiding der machten niet te schenden, hebben de rechters geen rekening gehouden met billijkheidsargumenten, die zouden voorschrijven dat België als rijk land en historisch belangrijke vervuiler veel meer moet doen. Wat rechterlijk opgelegd werd is dus de absolute ondergrens van een redelijke verdeling van het resterende koolstofbudget.
Iedereen is het erover eens dat netto nuluitstoot in 2050 noodzakelijk is om catastrofale gevolgen te vermijden. Over de weg daarnaartoe bestaan uiteenlopende meningen. Sommigen denken dat we door innovatie tijdig technologieën zullen ontwikkelen die broeikasgassen uit de atmosfeer kunnen halen, waardoor we onze uitstoot niet (drastisch) moeten verlagen. Op dit moment bestaan die technologieën evenwel nog niet op een voldoende opschaalbaar niveau. Het lijkt dus niet verstandig om de toekomst van onze planeet daarvan afhankelijk te maken. Het Nederlandse Hof van Cassatie besloot in zijn oordeel over de Urgenda-zaak dat scenario’s die van dergelijke technieken uitgaan een laag realiteitsgehalte hebben.
Wanneer sprake is van klimaatopwarming en klimaatverandering, wordt er vaak verwezen naar het 'IPCC'. Het acroniem IPCC staat voor Intergovernmental Panel on Climate Change, dat als opdracht kreeg om de meest recente klimaatgegevens die wereldwijd gepubliceerd zijn te onderzoeken en te evalueren, met de bedoeling deze ter beschikking te stellen van de beleidsmakers. De wetenschappelijke rapporten van het IPCC zijn zeer gezaghebbend en vormen dé norm inzake klimaatopwarming. Het IPCC telt momenteel 195 lidstaten, waaronder België al vanaf de oprichting in 1990. België wordt dus sinds 1990 systematisch op de hoogte gehouden van de wetenschappelijke, technische en sociaal-economische kennis inzake klimaatverandering.
De rechtszaak
Bij beslissing van 30 november 2023 bevestigde het Hof van Beroep op basis van dezelfde rechtsgronden als in eerste aanleg de ontoereikendheid van de 2020 en 2030 broeikasgasemissiereductiedoelstellingen van de Belgische federale overheid en het Vlaamse en Brussels gewest, maar niet van het Waalse gewest. Daarnaast legt ze de veroordeelde overheden een minimale reductiedoelstelling voor broeikasgassen van 55% tegen 2030 op (ten opzichte van 1990). Hieronder leest u de belangrijkste bevindingen van het Hof.
EVRM - mensenrechten
Met betrekking tot het EVRM oordeelde het Hof dat de betrokken overheidsinstanties de artikelen 2 (het recht op leven) en 8 (het recht op een ongestoord gezinsleven en woning) hebben geschonden. De belangrijkste basis hiervoor was dat de emissiereductiedoelstellingen noch de beleidsmaatregelen in overeenstemming waren met de minimumdrempels die uit de wetenschappelijke en politieke consensus voor de periodes tot 2020 respectievelijk 2030 naar voren kwamen. In haar analyse van de positieve verplichtingen in het kader van de artikelen 2 en 8 van het EVRM stelde het Hof dat:
- de betrokken overheden in de periode 2013 tot 2020 hun emissiereductiedoelstelling voor 2020 niet hebben herzien tot 30% (ten opzichte van 1990) in overeenstemming met de wetenschappelijke en politieke consensus van dat moment, en er evenmin in geslaagd zijn om deze minimale emissiereductie van 30% in 2020 te bereiken.
- voor de periode 2021 tot 2030 een reductiedoelstelling van 55% voor 2030 (ten opzichte van 1990) op het niveau van de Belgische Staat het "minimum is dat door de beste beschikbare wetenschap wordt voorgeschreven als de Belgische Staat "zijn deel" wil doen om te voorkomen dat de gevaarlijke opwarmingsdrempel wordt overschreden".
(Oud) Burgerlijk Wetboek - zorgplicht
Het Hof ging vervolgens na of de overheden hun verplichtingen krachtens het (Oud) Burgerlijk Wetboek nakwamen, waarbij het verwees naar zijn analyse en bevindingen van zijn beoordeling van het EVRM. Het Hof stelde vast dat de Belgische federale overheid, het Vlaamse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de artikelen 1382 en 1383 Oud BW hebben geschonden:
- voor de periode 2013 - 2020, om dezelfde redenen als uiteengezet in haar beoordeling van het EVRM.
- voor de periode 2021 - 2030, voor zover de opwaartse herziening van de Belgische klimaatambities voor deze periode nog niet heeft plaatsgevonden en het tot op heden niet waarschijnlijk is dat het daadwerkelijk gevoerde beleid de doelstelling om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 55 % te verminderen (ten opzichte van 1990) zal halen.
Zoals in het antwoord op de bovenstaande vraag werd uiteengezet, deelde het Hof haar analyse op in verschillende periodes, waarbij voor de periode 2023 tot 2020 een minimale emissiereductie van 30% tov 1990 weerhouden werd, en voor de periode van 2021 tot 2030 een minimale reductiedoelstelling van 55% tov 1990. Gezien het Waals gewest in 2020 een reductie van 38,5% tov 1990 realiseerde en de reductiedoelstelling van 55% tov 1990 decretaal verankerde, ontbrak de basis om het te veroordelen.
Rechtszaken als de onze zijn als marathons, die bijzonder veel uithoudingsvermogen vergen. Hoewel het proces al in juni 2015 van start ging, en we élke stap in de procedure gewonnen hebben, kunnen we vandaag – hangende het cassatieberoep van de Vlaamse overheid – de boeken helaas nog steeds niet toe doen. De meeste tijd is verloren gegaan door een taalincident bij de start van de procedure. Het Vlaamse gewest vroeg bij de inleidende zitting in 2015 een taalwijziging, die werd afgewezen door de Franstalige rechtbank van eerste aanleg. Het Vlaamse gewest vocht deze beslissing achtereenvolgens tevergeefs aan bij de arrondissementsrechtbank en het Hof van Cassatie. De taalwetten van ons land schrijven duidelijk voor dat een proces als het onze in het Frans gevoerd moet worden, omdat één van de verwerende partijen (het Waals gewest) zijn woonplaats niet in het tweetalig gebied Brussel heeft, maar in het ééntalig Frans grondgebied Namen. Pas na de verwerping van het cassatieberoep op 20 april 2018 kon de procedure ten gronde van start gaan. Lees meer over het verloop van de procedure op de pagina De rechtszaak.
Het Klimaatarrest bevat een bijzonder belangrijk juridisch precedent, omdat het Hof slechts voor de tweede keer wereldwijd een rechterlijk bevel met een becijferde minimale reductiedoelstelling uitvaardigde. Dit gebeurde de eerste keer in de uitspraken van de Nederlandse rechtbank en het Nederlandse Hof in de Urgendazaak, die in 2019 ook door het Nederlandse cassatierechtbank (de ‘Hoge Raad’) bevestigd werden. De redenering van het Hof van Beroep in het Klimaatarrest met betrekking tot de vraag waarom mensenrechten en aansprakelijkheidsverplichtingen een minimumniveau van nationale emissiereducties vereisen loopt in belangrijke mate gelijk met de redenering van de Nederlandse Hoge Raad.
Het Klimaatarrest bevestigt met name dat overheden juridisch verplicht zijn om hun bevolking te beschermen tegen de gevolgen van gevaarlijke klimaatverandering, en dat de wetenschappelijke en politieke consensus over de minimale preventiemaatregelen daartoe via een gerechtelijk bevel opgelegd kunnen worden. Wereldwijd lopen er momenteel een veertigtal gelijkaardige zaken als de Belgische Klimaatzaak, o.m. in Italië, Australië, Canada, Polen.
Het Vlaams gewest heeft in april 2024 een cassatievoorziening ingediend. Het Hof van Cassatie beoordeelt enkel de wettigheid van het gevelde arrest, en houdt geen nieuwe beoordeling van de feiten ten gronde in. Bij een onwettigheid of schending van een op straffe van nietigheid voorgeschreven vormvereiste kan het Hof van Cassatie het Klimaatarrest verbreken en voor een nieuwe beoordeling ten gronde verwijzen naar een anders samengesteld Hof van Beroep. Een uitspraak in cassatie wordt midden 2026 verwacht. De cassatieprocedure werkt niet opschortend: de uitspraak van het Hof van Beroep moet hangende het cassatieberoep onverkort uitgevoerd worden. Het Brusselse gewest en de federale overheid hebben geen cassatieberoep aangespannen, waardoor de opgelegde injunctie voor hen niet langer aanvechtbaar en dus definitief geworden is.
Steun Klimaatzaak om het cassatieberoep te financieren.
Volgens Vlaams minister Zuhal Demir is de uitvoering van het Klimaatarrest onhaalbaar en onbetaalbaar, maar dat klopt niet.
Het datagestuurde PATHS2050 rapport van studieconsortium Energyville waaraan meer dan 200 onderzoekers meewerkten bevat kostoptimale roadmaps voor België naar klimaatneutraliteit in 2050. In hun meeste gebalanceerde ‘centrale’ scenario komt België in 2030 uit op 57% reductie van CO2-uitstoot (tov 1990). In hun meer op gedragsverandering gericht SHIFT-scenario is volgens Energyville een reductie van 60% in 2030 mogelijk. Ook het rapport van de Federale Overheidsdienst Klimaat waaraan de onderzoeksinstellingen CLIMACT en VITO meewerkten komt in zijn meest evenwichtige én technisch haalbare CORE 95-scenario uit op een reductie van iets meer dan 55% in 2030. Nog volgens de federale administratie, ditmaal in samenwerking met CLIMACT, KULeuven en Uliège, zal de klimaattransitie in 2030 zorgen voor een netto stijging van 1 tot 1,7% werkgelegenheid. Hoe er daarbij gezorgd kan worden dat er niemand uit de boot valt werd dan weer gedetailleerd beschreven in het Just Transition Rapport van het Hoog Comité voor de Sociale Rechtvaardigheid. Aan draagvlak voor meer klimaatambitie ontbreekt het niet. Uit een Nature studie blijkt dat 89,8% van de Belgische burgers vindt dat hun overheden meer moeten doen om klimaatverandering tegen te gaan. 61,4% zou zelfs bereid zijn om 1% van hun loon af te staan voor de strijd tegen klimaatopwarming. Lees meer in ons opiniestuk (pdf). En steun Klimaatzaak om het cassatieberoep te financieren.
In het Klimaatarrest bood het Hof Klimaatzaak de mogelijkheid om de zaak opnieuw voor te leggen zodra we beschikken over de cijfers inzake broeikasgasemissies voor de jaren 2022 tot en met 2024 en het meest recente Nationaal Energie- en Klimaaptplan (NEKP), teneinde uitspraak te doen over de betaling van een dwangsom. Concreet betekent dit dat Klimaatzaak bij onvoldoende bijsturing en ambitie van de overheden het Hof in 2025/2026 kan verzoeken om alsnog een dwangsom op te leggen. In de beroepsprocedure werd een dwangsom van één miljoen euro per overheid per maand vertraging in de uitvoering van een vonnis in ons voordeel geëist, maar het Hof kan dit bedrag zowel op- als neerwaarts bijstellen.
Mede-eiser of medestander worden
Mede-eisers zitten juridisch, als volwaardige eisende partij, mee in de rechtszaak (op gelijke hoogte als de initiatiefnemers van de rechtszaak). Ze gaven een volmacht aan de vzw om, in samenspraak met de advocaten, ook namens hen alle noodzakelijke beslissingen te nemen. Het risico wordt evenwel uitsluitend door de vzw gedragen, niet door de individuele mede-eisers.
Medestanders sluiten zich niet juridisch aan bij de rechtszaak, maar steunen Klimaatzaak moreel. Net als de mede-eisers, lopen ze geen enkel financieel of juridisch risico.
Nee. Mede-eiser worden kon tot en met 27 mei 2019. Daarna sloten we de inschrijvingen af en legden we de ontvangen volmachten neer bij de griffie. Nu kan je ons enkel nog steunen door medestander te worden of door een donatie te doen.
Jazeker. Graag zelfs! Want hoe meer medestanders, hoe duidelijker het signaal naar onze overheden.
Nee. De vzw neemt alle juridische kosten op zich. Geen enkele mede-eiser of medestander zal iets van de gerechtskosten moeten betalen, wat het vonnis ook is. Je loopt dus geen enkel risico.
Nee, enkel particulieren kunnen medestander worden in de rechtszaak. Als bedrijf of organisatie kan je Klimaatzaak steunen door je medewerkers/leden te informeren over de mogelijkheid om medestander te worden of financieel te steunen. Je kan Klimaatzaak ook mee op de kaart te zetten, door onze boodschap te delen via e-mail of sociale media.
Doneren
Verschillende dingen. Je kan medestander worden, om onze politici duidelijk te maken dat dit een breed gedragen initiatief is. En de boodschap mee verspreiden, door met je buurman, collega, familie,.. te praten, zodat steeds meer mensen overtuigd worden van de noodzaak van een snelle klimaattransitie. Maak je geld klimaatproof,en beleg duurzaam. Steun ook andere acties, zoals betogingen, voor zover je je daar goed bij voelt. Stem op de politieke partij die volgens jou het verschil kan maken. En steun ons financieel, als je het kan missen. Deze rechtszaak is als een marathon, die handenvol geld kost, en wij zijn volledig afhankelijk van giften. Steun het cassatieberoep >
Nee. Vzw Klimaatzaak kan jammer genoeg geen fiscale attesten uitreiken. Volgens de huidige reglementering voldoen wij niet aan de erkenningscriteria voor het ontvangen van fiscaal aftrekbare giften.
Dat is onmogelijk te voorspellen. Zowel het advocatenkantoor Baeyens & Billiet als de Nederlandse advocaat Roger Cox krijgen een vergoeding. Beiden hebben ingestemd om aan een gereduceerd tarief te werken. Op de pagina Transparantie vind je al onze financiële informatie.
Alle donaties worden gebruikt om vzw Klimaatzaak te financieren. Enerzijds zijn er de juridische kosten, zoals de honoraria van het advocatenteam, de deurwaarderskosten, de dossierkosten enz. Anderzijds zijn er werkingskosten van de vzw: de personeelskosten van 1 voltijdse medewerkster, de kosten voor het onderhoud van de website, voor het organiseren van events, voor tweetalige communicatie enz. Op de pagina Over ons vind je al onze financiële informatie.
INFO
Meer info? Andere vraag?
Heb je nog een vraag die hier niet beantwoord wordt? Wil je meer info over Klimaatzaak? Aarzel niet ons te contacteren.
Word medestander
Je kan ook medestander worden in onze rechtszaak. Het duurt slechts 2 minuten, is risicoloos en gratis. Met hoe meer we zijn, hoe sterker het signaal.
Ik word medestander